VanEck S&P Global Mining UCITS ETF
- De eerste Europese ETF met bredere toegang tot mijnaandelen wereldwijd
- Mogelijke bescherming tegen inflatie
- Metalen ondersteunen mogelijk de overgang naar een CO2-neutrale economie
- Stijgende vraag
Hoe kunt u blootstelling krjgen aan metaalprijzen, in een context waarbij de vraag toeneemt en het aanbod beperkt is? Aandelen van mijnbouwbedrijven kunnen profiteren van stijgende metaalprijzen. De VanEck S&P Global Mining UCITS ETF biedt een eenvoudige maar effectieve manier om te beleggen in dit krachtige thema.
Risico: U kunt geld verliezen tot uw volledige inleg vanwege opkomende markten en beleggen in kleinere bedrijven risico, zoals beschreven in de belangrijkste risicofactoren, EBI en prospectus.
De VanEck S&P Global Mining UCITS ETF volgt de S&P Global Mining Reduced Coal Index. De index heeft de volgende parameters:
Breed gediversifieerd over meer dan 130 voornamelijk large cap aandelen.
De mijnbouwbedrijven hebben reserves voor goud, zilver, koper, nikkel, zink, lithium, ijzererts, etc.
Er wordt voorrang gegeven aan liquide aandelen met relatief hoge handelsvolumes.
Metalen zijn nodig voor windmolens tot zonnepanelen en elektrische voertuigen (zie hieronder).
Energietoepassingen | Autosector | Overig | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Elektrische voertuigen |
|
|||||||
Aluminium |
|
|
|||||||
Chroom |
|
|
|||||||
Kobalt |
|
|
|||||||
Koper |
|
|
|||||||
Indium |
|
|
|||||||
Lood |
|
|
|||||||
Lithium |
|
|
|||||||
Molybdeen |
|
|
|||||||
Neodymium* |
|
|
|||||||
Nikkel |
|
|
|||||||
Zilver |
|
|
|||||||
Staal |
|
|
|||||||
Zink |
|
|
Bron: BofA Merrill Lynch.
*Maatstaf voor zeldzame aardmetalen.
Stijgende vraag en beperkt aanbod in tijden van geopolitieke instabiliteit drijven de metaalprijzen op en kunnen een hedge tegen inflatie bieden. Alhoewel de vraag naar duurzame technologieën toeneemt, ontwikkelen mijnbouwbedrijven slechts beperkt nieuwe voorraden, wat kan leiden tot tekorten en dus verder positief op prijzen zou kunnen uitwerken.
Effecten van kleinere bedrijven kunnen volatieler en minder liquide zijn dan die van grotere bedrijven. Kleinere bedrijven kunnen, in vergelijking met grotere bedrijven, minder lang actief zijn, minder financiële middelen hebben, een minder goede concurrentiepositie hebben, een minder gediversifieerd productaanbod hebben, meer onderhevig zijn aan marktdruk en een kleinere markt voor hun effecten hebben.
Beleggingen in natuurlijke hulpbronnen en in bedrijven binnen de sector natuurlijke hulpbronnen, waaronder bedrijven die actief zijn op het gebied van alternatieve hulpbronnen (zoals water en alternatieve energie), basis- en industriële metalen, energie en edelmetalen, zijn sterk afhankelijk van vraag, aanbod en prijzen. Deze beleggingen kunnen aanzienlijke nadelige impact ondervinden van factoren zoals internationale politieke en economische ontwikkelingen, embargo's, instelling van handelstarieven, inflatie, weersomstandigheden, natuurrampen, exploratiebeperkingen, veelvuldige fluctuaties in vraag en aanbod en diverse andere gebeurtenissen en ontwikkelingen.
Beleggingen in opkomende markten zijn onderhevig aan specifieke risico's en de effecten zijn doorgaans minder liquide en minder efficiënt. Bovendien kunnen de effectenmarkten minder goed gereguleerd zijn. Specifieke risico's kunnen zijn verhoogd vanwege valutafluctuaties en deviezencontroles, beperkingen ten aanzien van repatriëring van fondsen of andere bezittingen, overheidsingrijpen, hogere inflatie, en sociale, economische en politieke onzekerheden.